Vrije val
9 januari 2017 - Abetefi, Ghana
Het is maandagochtend en we rijden naar Schiphol. Buiten is het mistig en koud.
‘Weet je nog dat we in pretpark Slagharen waren?’, vraagt Daniëlle.
‘Dat ik heel erg graag in de vrije val wilde? En dat ik toen op mijn tenen langs de controle ging omdat ik eigenlijk te klein was?’ Ze is even stil. ‘Toen het klikje klonk van de veiligheidsbeugel werd ik opeens heel erg bang. Ik dacht dat ik eruit ging vallen. ’
We knikken. Dat weten we nog.
‘Dat jullie weten hoe ik me nu voel.’
Twaalf uur later stappen we uit de aankomsthal van het vliegveld in Accra. We hebben bijna zes uur gevlogen, in de rij gestaan bij de douane, vervolgens bij de bagageband en toen bij de bagagecontrole. We lopen maar gewoon achter anderen mensen met koffers aan.
En dan staan we opeens buiten, op een andere aarde. De lucht die we inademen is vochtig, warm en stoffig. De herrie komt van alle kanten. Overal lichtjes en heel veel heel donkere mannen die allemaal erg op elkaar lijken.
We vallen stil. Daniëlle is de eerste die wat zegt, met een dun, wit stemmetje.
‘Ik geloof dat ik hier echt veel te klein voor ben. Voor Afrika.’
‘Weet je nog dat we in pretpark Slagharen waren?’, vraagt Daniëlle.
‘Dat ik heel erg graag in de vrije val wilde? En dat ik toen op mijn tenen langs de controle ging omdat ik eigenlijk te klein was?’ Ze is even stil. ‘Toen het klikje klonk van de veiligheidsbeugel werd ik opeens heel erg bang. Ik dacht dat ik eruit ging vallen. ’
We knikken. Dat weten we nog.
‘Dat jullie weten hoe ik me nu voel.’
Twaalf uur later stappen we uit de aankomsthal van het vliegveld in Accra. We hebben bijna zes uur gevlogen, in de rij gestaan bij de douane, vervolgens bij de bagageband en toen bij de bagagecontrole. We lopen maar gewoon achter anderen mensen met koffers aan.
En dan staan we opeens buiten, op een andere aarde. De lucht die we inademen is vochtig, warm en stoffig. De herrie komt van alle kanten. Overal lichtjes en heel veel heel donkere mannen die allemaal erg op elkaar lijken.
We vallen stil. Daniëlle is de eerste die wat zegt, met een dun, wit stemmetje.
‘Ik geloof dat ik hier echt veel te klein voor ben. Voor Afrika.’
Het komt echt (meer dan) goed!
Jullie hebben courage, d.w.z. ouderwets woord voor moed, maar dan toch nog iets meer.
Ik kijk al uit naarhet volgende verhaal.
Liefs, Wia.
Dag lieve Pippilangkousen!